Hoe het was
In Feijenoord en IJsselmonde wordt veel gebouwd en opgeknapt. Maar wat zat hier vroeger eigenlijk? Wat deden de mensen voor werk? Hoe leefden ze? Pieter Termeer van Leeszaal Vreewijk brengt voor Stadionpark en de Roseknoop de geschiedenis tot leven. Pieter heeft Zuid van kinds af aan met eigen ogen zien veranderen en zit boordevol verhalen.
Hoe Stroomkoning op Zuid kwam
In Rotterdam wordt er altijd gebouwd. Zoals Deelder ooit noteerde: ‘Die stad komt nooit af.’ Zo worden er ook op de Kop van Zuid nog steeds nieuwe wijken gebouwd. Vlak bij de Roseknoop is nu een wijk in aanbouw met straatnamen, genoemd naar romanfiguren uit het beroemde boek Karakter (1938)van Ferdinand Bordewijk, dat zich geheel in Rotterdam afspeelt. Zo kennen we inmiddels de Katadreuffestraat en de Dreverhavenstraat. De Stroomkoningstraat en de Lorna te Georgestraat zijn nu nog in aanbouw.
In de roman Karakter begeeft de directeur van het Advocatenkantoor Stroomkoning zich op een goed moment naar Zuid op zoek naar de woning van zijn secretaresse Lorna te George. Zij heeft net ontslag genomen en hij wil haar persoonlijk overhalen om alsnog bij hem te blijven werken.
Stroomkoning gaat met zijn vrouw per auto naar Zuid. Hij weet alleen een adres van zijn secretaresse (Boogjes) maar is daar duidelijk nog nooit geweest. Mevrouw Stroomkoning zit achter het stuur. We lezen de volgende scène:
“Hij liet er geen gras over groeien, die eigen ochtend ging hij met zijn vrouw naar de woning van juffrouw Te George. Hij wist straat en huisnummer, maar wist niet precies waar de straat lag. Na de viaduct over de spoorbaan stopte mevrouw Stroomkoning en samen bekeken de plattegrond. Hier begon een uitgestrekte nieuwe buurt.
‘Zó moeten we geloof ik,’ wees ze op de kaart.
‘Even kijken hoe we er het best komen. Groene Zoom, Wilgenweerd, Enk, Leede, Krielerf, wat een aardige namen allemaal! Hier zijn de Boogjes.’
Ze begon vanzelf langzaam te rijden, het werd aldoor stiller, zonniger, landelijker, de watertjes als brede sloten, en toch was je in de stad.
‘Enig,’ zei ze, ‘ik wist niet dat dit bestond.’
Langzaam en voorzichtig reden ze onder het lover van de kleine maar dichtbebladerde bomen. In de Boogjes was het huis vlak bij de Groene Zoom, in de bocht, een landhuisje, het bovenstuk van hout, mooi bruin geschilderd, het dak spits. Hij gaf uitdrukking aan wat ze beiden voelden: zo moest dit meisje wonen en niet anders.”
De route die de heer en mevrouw Stroomkoning toen hebben gereden vanuit het stadscentrum naar Tuindorp Vreewijk (Boogjes) moet zijn gegaan via de 2e Rosestraat of de Oranjeboomstraat en het Varkenoordviaduct. Dat Varkenoordviaduct over de spoorbanen (over de zogeheten ‘Waaier’) is allang gesloopt. Maar het kan toch geen toeval zijn, dat dit verdwenen viaduct destijds niet ver van de plek vandaan lag waar nu de Stroomkoningstraat wordt aangelegd…
Inmiddels zijn er meer wegen die naar Zuid leiden. Zodra het Roseknoopplein klaar is, zal dat een opluchting zijn voor veel mensen en hen bovendien stimuleren om naar Zuid te gaan via de Beijerlandselaan en Groene Hilledijk. Met links en rechts de wijken Hillesluis, Afrikaanderbuurt en Bloemhof om dan via Vreewijk ook andere wijken op Zuid te gaan verkennen.
Over Leeszaal Vreewijk
Leeszaal Vreewijk is dé plek om boeken uit te zoeken en in te leveren. Hier kun je lekker met je neus in de boeken wegdromen, andere mensen ontmoeten en zo nu en dan een lezing bijwonen. Meesterverteller Pieter Termeer heeft de leeszaal in 2015 opgericht.
Beeldmateriaal: © Stadsarchief Rotterdam
Opoes tuintje
klik hier
Met vader, moeder en 5 zussen liepen wij in de jaren 50 en 60 vaak op zondag in onze mooiste kleren in een soort ganzenpas de wijk Bloemhof uit, op weg naar onze bejaarde opoe. Via de Beukendaal en Buitendijk richting Smeetslandsedijk kwamen we aan waar zij woonde: het laatste kleine huis aan de dijk voor de spoorovergang, later Station Lombardijen.
De brutaalste jongens en meisjes glipten door de gaten van de hekken om te schooieren. Het ‘wagonnetje piepen’ waarbij ze achter een wagon hingen, was een favoriet tijdverdrijf. De rangeerders waren er niet blij mee want het was best gevaarlijk. Het ‘heuvelen’ van de wagons ging met grote snelheden en geluid. Dan werd een wagon met een locomotief tegen een heuvel op geduwd. Op de top van de heuvel rolde de wagon door de zwaartekracht vanzelf naar beneden. Zoef… beng… via een wissel naar het goede spoor klapten ze tegen de andere wagons van de goederentrein aan! Het loskoppelen van de wagons werd gedaan door ‘knuppelaars’, met een lange dunne stok.
Opoe verbouwde op kleine schaal aardappelen en groenten. Achterin stond een hok voor een varken voor de slacht en wat kippen. In het huis had opoe een opkamertje waar de vloer bestrooid was met fijn zilverzand in een bepaald patroon. In het midden stond een lessenaar (katheder) met daarop een mooie lederen bijbel, opengeslagen met rood lint. Het opkamertje was verboden gebied voor haar kleinkinderen. Opoe was erg streng! Toen mijn grootvader Poulus nog leefde, verkocht hij ingemaakte groente en vlees aan de schippers die hun schepen bij de werf Piet Smit lieten repareren. Mijn opa was daar magazijnmeester geworden nadat hij een van zijn ogen was kwijtgeraakt bij een ongeval met een staalsplinter.
De rand van Zuid (IJsselmonde) was toen nog echt boerenland. Mijn grootouders zagen daar de eerste Duitse troepen over de dijk Rotterdam-Zuid binnenmarcheren. Mijn moeder logeerde die dag in mei met mijn oudste broer bij mijn grootouders toen de Duitse luchtmacht het centrum bombardeerde. Daar woonden de grootouders van vaderskant (Teilingerstraat). Opa en oma wisten niet wat ze zagen. Mijn diepgelovige opoe riep iets in de trant van het laatste oordeel en hel en verdoemenis. Maar na een paar rotweken ging het leven gewoon weer zijn gangetje. Mijn grootouders gingen hun achtertuin weer inzaaien en het varken en de kippen voeren. In de oorlog hebben mijn grootouders ons gezin zo kunnen helpen aan wat extra voeding. Mijn vader is een keer bijna aangehouden door de Duitsers met een kwart varken, verborgen in een kinderwagen.
Het houden van volkstuintjes zit echt in het DNA van de zuiderlingen. Aan de Stadionweg richting het stadion waren ook schooltuintjes van de gemeente. Verderop richting Varkenoord was ook een volkstuincomplex, later kwam hier het Claraziekenhuis. Nu vind je er nog steeds volkstuintjes, ook aan de Smeetslandsedijk aan de rand van Tuindorp/Vreewijk. In dezelfde wijk ligt ook de prachtige Educatieve tuin De Enk, een grote aanwinst voor Zuid en Feijenoord. Ook scholen gebruiken deze unieke locatie. Regelmatig houden ze daar open dagen in de vorm van lente- en herfstfeesten. Ook mijn kleinkinderen hebben daar de eerste beginselen van het tuinieren geleerd!
Over Leeszaal Vreewijk
Leeszaal Vreewijk is dé plek om boeken uit te zoeken en in te leveren. Hier kun je lekker met je neus in de boeken wegdromen, andere mensen ontmoeten en zo nu en dan een lezing bijwonen. Meesterverteller Pieter Termeer heeft de leeszaal in 2015 opgericht.
Je vindt de leeszaal op de Groenezoom 275 b.
Bekijk dit ook op: Stadionpark Rotterdam Hoe het was